Hoe zit dat nu met die Cito-toetsen?

Tijdens het 10-minutengesprekje wordt door de leerkracht snel uitgelegd hoe het nu eigenlijk zit met die ingewikkelde Cito-toetsen en -scores.  Als na een half jaar het volgende rapport komt, zijn de meesten van ons het alweer vergeten. Hieronder antwoorden op de belangrijkste vragen.

Wanneer vinden de Cito-toetsen plaats?

Groep 1/2: in januari/februari en in mei/juni krijgen de kleuters Cito-toetsen over rekenen en taal

Groep 3/4/5: in januari/februari en in juni krijgen deze 3 groepen de Cito-toetsen voor de vakken rekenen, begrijpend en technisch lezen, spelling, woordenschat, begrijpend luisteren, drie-minuten-toets (DMT) en AVI lezen. Extra voor groep 5: studievaardigheid.

Groep 6/7: in september starten deze groepen met de Entreetoets en in januari/februari en in juni krijgen deze 2 groepen de Cito-toetsen zoals in groep 3/4/5. Extra vakken die worden getoetst: studievaardigheid en taalverzorging. In april/mei/juni wordt de Entreetoets weer afgenomen.

Groep 8: in januari/februari worden de Cito-toetsen afgenomen op alle bovenstaande vakken. In april vindt de Centrale Eindtoets plaats.

de verschillende vakken toegelicht

REKENEN
A. Rekenen-wiskunde: groep 3 t/m 8
De toetsen bevatten opgaven uit de volgende leerstofonderdelen:

  • getallen en getalrelaties
  • hoofdrekenen: optellen en aftrekken
  • hoofdrekenen: vermenigvuldigen en delen
  • complexere toepassingen
  • meten, tijd en geld
  • breuken, verhoudingen en procenten (bovenbouw)

B. Rekenen-basisbewerkingen: groep 3 t/m 8

  • Bevatten uitsluitend kale opgaven rondom optellen, aftrekken, vermenigvuldigen* en delen* (*vanaf groep 5).
  • Leerlingen maken de toetsen per categorie: eerst alle optel opgaven, daarna alle opgaven uit de categorie aftrekken, enzovoort.
  • Leerlingen maken de opgaven zo goed én ze snel mogelijk.

LEZEN
A. Begrijpend lezen: groep 3 t/m 8
De toetsen Begrijpend lezen toetsen essentiële leesvaardigheden. Kunnen leerlingen zelf analyseren voor wie, met welk doel en wat er precies geschreven is?

B. Technisch lezen: groep 3 t/m 8
In groep 3 wordt de leesnauwkeurigheid gemeten: de leerlingen lezen vier woorden bij een plaatje en moeten het juiste woord kiezen.
Vanaf groep 4 wordt het leestempo gemeten: leerlingen lezen in een beperkte tijd een tekst, waarbij ze op diverse plaatsen het juiste woord uit drie alternatieven moeten kiezen.

C. Drie-Minuten-Toets (DMT): groep 3 t/m 8
Met de Drie-Minuten-Toets (DMT) wordt vastgesteld hoe goed leerlingen in technisch lezen zijn en waar eventuele leesproblemen zitten. Bij DMT ligt de nadruk op de snelheid en nauwkeurigheid waarmee leerlingen afzonderlijke woorden verklanken. Er zijn drie verschillende leeskaarten: klankzuivere woorden (type km, mk en mkm); andere eenlettergrepige woorden; twee- of meerlettergrepige woorden.

D. AVI: groep 3 t/m 8
Bij AVI gaat het vooral om de vlotheid en nauwkeurigheid waarmee leerlingen teksten verklanken.

TAAL
A. Spelling: groep 3 t/m 8
De dicteeopgaven brengen het actief spellen in beeld. De meerkeuzeopgaven meten het passief spellen (herkennen van spelfouten in een geschreven tekst).

B. Woordenschat: groep 3 t/m 8
Hierbij wordt de betekenis van woorden of de betekenisrelaties die er tussen woorden bestaan (bijvoorbeeld: Wat is het tegengestelde van … ?) getoetst.

C. Taalverzorging (groep 5, 6, 7)
Deze toets bestaat uit de onderdelen: Grammatica, Interpunctie en Spelling (werkwoorden en niet-werkwoorden).

BEGRIJPEND LUISTEREN
Tijdens de toets krijgen de leerlingen van groep 3 geluidsfragmenten te horen en geven zij antwoord op vragen door de keuze uit verschillende plaatjes in een antwoordboekje. Vanaf groep 4 worden er beeldfragmenten voorgelegd waarbij de vragen zich richten op het luisteren.

STUDIEVAARDIGHEID
De toetsen (vanaf groep 5) bevatten opgaven over kaartlezen, lezen van tabellen, schema’s en grafieken, samenvatten van studieteksten en het opzoeken van informatie.

Welke verschillende toetsen zijn er?

Cito-toets: deze toets wordt ieder schooljaar twee keer afgenomen op elk vak.

Entreetoets: deze toets wordt gehouden aan het begin en aan het eind van groep 6 en 7. De resultaten van deze toets laten zien hoe uw kind ervoor staat op het gebied van taal, rekenen-wiskunde en studievaardigheden. In één oogopslag ziet u waar uw kind goed in is en waar extra oefening nodig is.

Centrale eindtoets: deze toets wordt in april afgenomen in groep 8. Niet meer het resultaat van de eindtoets is doorslaggevend, maar de leerkracht bepaalt nu het niveau voor het voortgezet onderwijs. Basisscholen moeten wel verplicht een eindtoets afnemen om dit niveau te ‘checken’. Ze kunnen kiezen met welke eindtoets zij dat doen: de Centrale Eindtoets (dat is de oude Citotoets) of een van de 5 andere eindtoetsen zoals de IEP Eindtoets of Route8. Ca 65% van de basisscholen kiest in 2017 voor de Centrale Eindtoets.

Hoe werken de Cito-scores?

Bij de toetsen van het Cito Leerlingvolgsysteem (LVS) wordt de uitslag omgezet in een letterscore van A tot en met E of naar Romeinse cijfers I t/m V. Het hoogste niveau is A, en het laagste niveau is E.  Bij de normering met Romeinse cijfers is het hoogste niveau I en het laagste niveau V.

De Cito-score voor de eindtoets is een cijferscore tussen de 500 en de 550. Een leerling met een score van 535 kan waarschijnlijk naar de HAVO. Als de score boven de 545 ligt, dan kan de leerling waarschijnlijk naar het VWO.

Leuk weetje: de Centrale Eindtoets wordt op een schaal van 501-550 weergegeven om te voorkomen dat de resultaten worden vertaald in cijfers of een IQ-score.

Wat is er veranderd in schooljaar 2016-2017?

1. De normering:

Voor de Cito-toetsen begrijpend lezen, rekenen-wiskunde, spelling en woordenschat zijn de normen herzien. Omdat het landelijk gemiddelde omhoog is gegaan, zijn de normen ge-update.

De toetsuitslagen bestaan uit twee delen: een score op de toets (de vaardigheidsscore) en de waardering van die score door middel van een letter (vaardigheidsniveau I t/m V of A t/m E). De letters geven aan hoe goed uw kind de toets heeft gemaakt vergeleken met zijn leeftijdsgenoten. Door deze vergelijking krijgen de resultaten betekenis. Zo kunnen we bijvoorbeeld zeggen dat een leerling die halverwege groep 5 een vaardigheidsscore van 25 behaalt, volgens de normering boven het landelijk gemiddelde van 22 scoort en dus niveau II behaalt. Als in de loop van de tijd het landelijk gemiddelde verschuift naar 25, dan is de conclusie dat de leerling met score 25 boven het gemiddelde scoort (II) niet (meer) juist. De leerling scoort nu immers gemiddeld.

2. Het tijdstip van de Centrale Eindtoets:

De Centrale Eindtoets wordt in 2017 later in het schooljaar afgenomen dan voorgaande jaren, om te voorkomen dat de resultaten van de toets toch worden gebruikt om vast te stellen welk niveau het kind aankan. Leerkrachten gaan de twee maanden daarvoor het gesprek met kinderen en hun ouders aan en geven hun schooladvies. Dit is gebaseerd op de ontwikkeling van de leerling in voorgaande jaren en gaat verder dan leerresultaten alleen, denk aan creatief denken, doorzettingsvermogen en intelligentie.

3. Invloed van de Eindtoets op het schooladvies:

Als het toetsadvies hoger is dan het schooladvies, dan heroverweegt de basisschool het advies altijd. In overleg met de leerling en zijn ouders kan het niveau voor het voortgezet onderwijs gelijk blijven of naar boven worden bijgesteld. Ligt de score van de Eindtoets onder het niveau van het advies van de leerkracht, dan wordt het schooladvies niet aangepast. Kinderen krijgen de kans om te laten zien dat ze het onderwijstype aankunnen.

Bron: Cito Nederland