Waar die komen toch al dyslectische leerlingen vandaan?

In Nederland hebben meer leerlingen dan waar ook ter wereld dyslexie. In het voortgezet onderwijs poppen dyslectische leerlingen in groten getale op.

De meeste Nederlandse kinderen houden niet van een boek lezen. Ze houden zich liever bezig met social media zoals Snapchat en Instagram en kijken liever een filmpje op Youtube dan dat ze een boek openslaan. Minder boeken lezen resulteert in een opvallend lage woordenschat. Ook kunnen kinderen hierdoor minder snel lange teksten lezen en begrijpen, ze worden ‘leeslui’.

Leraren maken zich zorgen om de kinderen die hun proefwerken niet op tijd afkrijgen. Ze zoeken naar oplossingen. Ouders krijgen daarom het advies om hun kind te laten testen op dyslexie. Kinderen vinden dat niet per definitie erg; met een dyslexieverklaring krijgen ze extra tijd om hun proefwerk te maken. En het mooiste van alles: ze krijgen ook meer tijd tijdens hun eindexamens (conform Art. 55 Examenbesluit vo).

Dus ouders … we moeten de kinderen meer aan het lezen krijgen! Zelfs voorlezen draagt bij aan beter kunnen lezen. Daar zijn ze veelal beter mee geholpen dan met een diagnose dyslexie.

Themaonderzoek Dyslexie

Momenteel voert Onderwijsinspectie bij 200 basisscholen een themaonderzoek uit naar dyslexie. Ze richten ons in het onderzoek vooral op de verschillen in aantallen dyslexieverklaringen tussen scholen en op de mogelijke oorzaken daarvan. Hierbij besteden ze aandacht aan de kwaliteit van het technisch lees- en spellingonderwijs en aan andere factoren die mogelijk een rol spelen bij de diagnose dyslexie. De uitkomsten van het onderzoek rapporteren ze om eind 2018 in een landelijk rapport en in 2019 in het jaarlijkse rapport over de Staat van het Onderwijs.

Bron: onderwijsinspectie.nl