Eind van groep 5 hebben de kinderen de eerste berekeningen tot 10.000 zijn al gemaakt. In groep 6 komen er nog meer nullen bij: dan gaan ze sommen maken tot 100.000 en is het begrip ‘miljoen’ geen vage aanduiding meer voor ‘heel veel’, maar een getal met zes nullen.
Tegelijkertijd gaan ze aan de slag met heel kleine getallen. Breuken vormen een belangrijk deel van de rekenstof in groep 6. Ze leren zelfs al vermenigvuldigen met kommagetallen en deelsommen maken met rest. Verder wordt rekenen aan de hand van een schaalverdeling geoefend.
Kortom: rekenen in groep 6
- +/- t/m 100.000
- Getalbegrip t/m 1.000.000, Romeinse cijfers
- Breuken: halven, kwarten, derden, vijfden achtsten, tienden, zesden. Kommagetallen
- Vermenigvuldigen: sommen uit de tafels en grotere getallen
- Delen: sommen uit de tafels en grotere getallen (met rest)
- Meten: lengtematen (mm, dm, m, km); inhoudsmaten (ml, dl, l); gewicht (g, kg) oppervlakte, omtrek (uitrekenen, cm2, m2); plattegronden lezen
- Verhoudingen: schaal, snelheid, prijs per stuk