Leerlingen op de middelbare school maken soms wel 100 proefwerken en toetsen per jaar. Dat begint al vroeg. Een toets geeft het niveau van een kind aan en laat zien of het binnen een bepaald leerjaar of niveau hoog of laag scoort. Een toets kan aantonen wat leerlingen al weten, wat ze nog niet beheersen of waar ze zich nog verder kunnen ontwikkelen. Als je weet op welk gebied kinderen kunnen groeien of zich verder kunnen ontwikkelen, dan kun je ze onderwijs op maat bieden. In de praktijk vatten leerlingen en hun ouders het resultaat – meestal een cijfer – op als een absolute beoordeling van wat ze waard zijn.
Wat is de rol van ouders bij al dat getoets?
Ouders steunen hun kinderen daar waar ze kunnen in de aanloop naar de toetsen. In de eerste plaats door hun kinderen rust en zelfvertrouwen te geven. Of door ze te helpen met de voorbereiding en het plannen van het leerwerk. Als ouders er tijd voor hebben (en ze de leerstof zelf ook snappen) kunnen ze hun kinderen inhoudelijk helpen en begeleiden. Of hiervoor bijles en huiswerkhulp inhuren. Ouders zijn door dit schoolsysteem opgevoed en zijn zelf niet anders gewend. Ze houden het toets-systeem bewust, maar ook onbewust in stand want ze willen graag dat hun kinderen hoog scoren. In onze samenleving gaan we er vanuit dat je in het leven het “verst” komt als je het hoogst scoort. Ouders en ook de kinderen weten al in groep 4 of 5 dat slechte cijfers de opmaat kunnen zijn van een lager schooladvies in groep 8. Maar ook dat een hoge score kan betekenen dat je kind kan doorstromen naar een hoger schoolniveau.
Ouders willen feedback over de prestaties van hun kind. Niet alleen door wat de juf, meester, leraar of lerares hen vertelt over hun kind, maar ook door middel van een cijfer, letter of symbool. Die fungeren als bewijs. En als de kans op een welvarende toekomst voor je kind.
Tegelijk willen ouders ook dat hun kind zich op een gelukkige manier ontwikkelt. En vanuit zichzelf gemotiveerd is om te leren. Dat kinderen het leuk vinden om te leren en geen last hebben van toets-stress op school. Want ook dat komt steeds meer voor.
Minder cijfers en meer persoonlijke feedback
In het Finse schoolsysteem maken leerlingen onder de 16 jaar geen toetsen. De grondgedachte is dat ieder mens verschillende kwaliteiten heeft en bovendien in eigen tempo ontwikkelt. Gestandaardiseerde toetsen zijn daarom niet geschikt om de groei van alle kinderen te meten. Leerlingen krijgen woordelijke feedback in plaats van een cijfer. Ze worden niet op hun output beoordeeld, maar hoe ze zich persoonlijk ontwikkelen. Je geeft kinderen hiermee de kans om te groeien, zo luidt de theorie.
Deze theorie wordt ook meer en meer in Nederland omgezet in de praktijk. Sommige scholen in Nederland hebben cijfers helemaal afgeschaft of geven in één klas les op meerdere niveaus. Het gesprek met de ouders gaat over het volledige kind, wat het kind nog kan leren en wat de talenten zijn.
Het resultaat van een toets is bijna nooit een eindoordeel, behalve bij de eindexamens. Toetsen geven niet zozeer aan wat een leerling kan, maar waar hij of zij staat in het leerproces. Cijfers alleen zeggen niet zoveel. Als je wil weten hoe je kind zich ontwikkelt op school zijn het verhaal en de context belangrijker dan het cijfer.
Bron: oudersonderwijs.nl