Bron: NRC 18 mei 2022
Kinderen van lageropgeleide ouders halen hun leervertraging sneller in dan de kinderen van hogeropgeleide ouders.
Hoe staan leerlingen op basisscholen er ruim twee jaar na de eerste schoolsluiting voor? Nieuw onderzoek van het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO) laat een gemêleerd beeld zien.
Het slechte nieuws: de vertraging bij rekenen, wiskunde en spelling zijn nog steeds groot – ondanks alle bijspijker- en inhaalprogramma’s. Het goede nieuws: begrijpend lezen gaat weer net zo goed als vóór corona.
Opvallende plottwist: leerlingen met lageropgeleide ouders lopen de vertraging intussen sneller in dan leerlingen met hogeropgeleide ouders.
Basisscholen sloten tijdens de coronapandemie twee keer maandenlang de deuren en stapten over op online onderwijs. Toen ze weer open konden, bleef het behelpen: hele klassen werden naar huis gestuurd als een leerling corona had, en veel leraren zaten ziek thuis.
De gevolgen daarvan waren in eerste instantie vooral zichtbaar bij de kwetsbaarste groep: de leerlingen met lageropgeleide ouders die thuis niet goed geholpen konden worden met hun schoolwerk. Kinderen van hogeropgeleide ouders liepen ook achter, maar veel minder. Daarmee vergrootte corona de al bestaande ongelijkheid tussen leerlingen.
Beeld omgedraaid
Dat beeld is de afgelopen maanden gekanteld, blijkt nu. „De verschillen tussen leerlingen zijn kleiner geworden. Dit keer in het voordeel van de groep kwetsbare leerlingen”, zegt Carla Haelermans, onderzoeksleider van het NCO en hoogleraar onderwijseconomie aan de Universiteit Maastricht. Haar verklaring: de gerichte aandacht voor deze groep. „In het begin van de coronacrisis zagen we dat de ongelijkheid tussen leerlingen snel groter werd. Daar hebben scholen op gereageerd door heel gericht veel tijd en energie in deze groep te stoppen.”
Ook kregen scholen in armere buurten een groter deel van de 8,5 miljard euro die het kabinet uittrekt om de leerachterstanden aan te pakken. Dat lijkt effect te hebben, zegt Haelermans. „En dat is goed nieuws, maar we zien tegelijkertijd dat kinderen van hogeropgeleide ouders inmiddels een grotere leervertraging hebben.”
Dat komt, vermoedt Haelermans, doordat scholen in hun pogingen leerlingen met de grootste vertraging weer op de rit te krijgen, wellicht onbedoeld het niveau van de hele klas verlagen. „Door de focus op leerlingen met de meeste vertraging werden andere leerlingen misschien niet genoeg uitgedaagd.”
Daarnaast denkt Haelermans dat ouders die tijdens de eerste schoolsluitingen nog enorm hun best deden te helpen met thuisonderwijs, daar in de loop van het tweede coronajaar geen tijd en energie meer voor hadden. „Logisch, maar je ziet dus wel meteen het effect.”
Sinds het uitbreken van de coronapandemie onderzoekt het NCO elk half jaar de prestaties van basisschoolleerlingen. Voor het vierde onderzoek, waarvan de resultaten deze dinsdag werden gepubliceerd, zijn gestandaardiseerde toetsen van leerlingen op 2.200 basisscholen, ruim een derde van het totale aantal, met elkaar vergeleken.
De trend na twee jaar onderzoek stemt niet optimistisch, zegt Haelermans. De vertraging in begrijpend lezen is ingelopen, maar met rekenen, wiskunde en spelling lopen leerlingen op alle niveaus nog flink achter. Bij rekenen gaat het per schooljaar gemiddeld om een vertraging van tien weken, een kwart van het totale schooljaar.
Niet goed linken
Die achterstand halen ze niet gemakkelijk in, zegt Haelermans. „Als je een bepaald stukje basiskennis mist bij rekenen en wiskunde blijft je dat achtervolgen. Je kunt nieuwe kennis dan niet goed linken aan wat je eerder had moeten leren.”
Repareren en inhalen lukte in het tweede coronajaar niet goed, omdat ook dit schooljaar „rommelig” is, zegt Haelermans. Nog los van de vele klassen die in het najaar en winter naar huis werden gestuurd, kampen veel scholen met een tekort aan leraren. Haelermans: „Inhaalprogramma’s konden vaak niet doorgaan, omdat er geen mensen zijn om het te doen.”
Eind deze week krijgen de leerlingen uit groep acht de uitslag van de eindtoets. Haelermans houdt haar hart vast, zegt ze. „Deze leerlingen zaten in groep zes toen de pandemie uitbrak. Zij hebben er drie schooljaren op rij last van gehad. Ik vrees dat ze de eindtoets minder goed hebben gemaakt dan ze anders hadden gedaan. Maar ik hoop dat ik ongelijk krijg.”