5 veelgestelde vragen over Cito-scores

De meeste basisschoolkinderen in Naarden, Bussum en omstreken hebben inmiddels hun 2e rapport ontvangen. Soms zijn de resultaten op het 2e rapport ronduit verrassend in vergelijking met rapport nummer 1 van dat schooljaar of ten opzichte van de methodetoetsen. Hoe komt dat toch?

Waarom zijn de Cito-scores soms lager dan de cijfers die de juffen en meesters op het rapport geven? 

Naast dat een kind een keer zijn dag niet heeft, afgeleid, moe of niet lekker is, noemen wij de meest voorkomende redenen waarom uw kind lager scoort op de Cito-toets dan u had verwacht:

  • Cito-toetsen beslaan de leerstof van de gehele periode, eigenlijk is het een proefwerk over alles wat uw kind geleerd heeft tot nu toe. De cijfers die op het rapport worden gegeven zijn veelal voor methode gebonden toetsen uit de boeken waarmee de leerlingen werken. Per toets wordt slechts een onderdeel van de stof behandeld. Soms beheersen kinderen de stof op dat toetsmoment prima, maar als alle stof ineens tegelijk wordt getoetst (zoals bij de Cito-toets), raken zij in verwarring.
  • De Cito-toets is een moment opname, maar geen onbelangrijke. Door alle jaren heen, is er zeker een rode draad te zien in de resultaten van de Cito-toetsen. Als uw kind steevast slecht scoort bij Cito-toetsen en goed scoort bij methodegebonden toetsen, dan is dat wel iets om nader te bekijken.
  • Omdat de Cito vraagstelling anders is en er ook meer inzicht op rekengebied wordt gevraagd van een kind, kan de score daar lager zijn. De ‘verhaaltjessommen’ zijn voor een kind heel anders dan de ‘gewone’ sommen, die zij in de klas oefenen. Het omzetten van het verhaal naar de som is voor veel kinderen een probleem. De vaardigheid om deze vraagstelling te snappen, kan aangeleerd worden.
  • Onder andere bij de Cito-toets begrijpend lezen moeten kinderen zich goed concentreren, want er staan vragen in die uw kind gemakkelijk om de tuin kunnen leiden. Als uw kind snel is afgeleid of de toets in een sneltreinvaart maakt, kunt u er zeker van zijn dat veel vragen niet goed gelezen worden.
Tijdens het tweede 10-minutengesprekje in het schooljaar blijkt het toch minder goed te gaan met uw kind dan u verteld was. Hoe kan dat ineens?

Veel van dit soort problemen ontstaan door slechte communicatie. De leerkracht kan tevreden zijn met de prestaties en het gedrag van de leerling, maar zal wel duidelijk moeten maken waarmee hij/zij tevreden is. Als tijdens een eerste rapportgesprek wordt aangegeven dat de leerkracht de prestaties van de leerling ‘goed’ vindt, is dat wat een leerkracht ‘goed’ vindt, in uw beleving wellicht matig.

Een leerkracht maakt vaak een inschatting gebaseerd op de resultaten van voorafgaande jaren. Op sommige scholen wordt er in groep 4 een capaciteitentoets afgenomen zodat een leerkracht ook twijfelgevallen beter kan beoordelen. Wanneer je ziet dat een leerling hard werkt, instructies hard nodig heeft, soms ook een extra uitleg of extra oefening, dan ben je als leerkracht in principe tevreden wanneer deze leerling ‘voldoende scoort’. Kun je dan ook zeggen dat het ‘goed’ gaat? Ja, want je hebt als leerkracht het gevoel dat ‘eruit komt wat erin zit’.

Tip: Vraag bij de gesprekjes door naar welke cijfers de leerkracht mag verwachten van uw zoon/dochter.

Wat is het gemiddelde niveau van Cito-scores in Nederland?

Bij de indeling met de cijfers I t/m V wordt uitgegaan van 5 groepen van 20%.

I – 20% – ver boven het gemiddelde
II – 20% – boven het gemiddelde
III – 20% – de gemiddelde groep leerlingen
IV – 20% – onder het gemiddelde
V – 20% – ver onder het gemiddelde

In Nederland kennen we vier niveaus van voortgezet onderwijs:

  • praktijkonderwijs
  • vmbo
  • havo
  • vwo

Respectievelijk gaat ongeveer 20% van de leerlingen naar de havo, eveneens 20% naar het vwo en het overige en tevens grootste deel (60%) van de kinderen naar vmbo of praktijkonderwijs.

Het Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, afgekort tot vmbo, kent vier soorten leerwegen: Basisberoepsgerichte leerweg (bb), Kaderberoepsgerichte leerweg (kb), Gemengde leerweg (gl) en Theoretische leerweg (tl). Ook bestaat er daarnaast Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) voor kinderen die extra hulp nodig hebben. Als het vmbo te moeilijk is voor een kind om met goed gevolg een diploma ervan te halen, dan is het praktijkonderwijs.

Helpt het om te oefenen voor de Cito-toets?

Steeds meer scholen laten leerlingen oefenen voor de Cito-toets, maar ook als ouder kan je samen je kind voor deze toets oefenen. Bedenk dat de Cito-toets geen IQ-toets is, maar een toets waarbij wordt nagegaan in welke mate leerlingen bepaalde vaardigheden beheersen (taal, studievaardigheden en rekenen). Vaardigheden kan je aanleren met voldoende oefening. Het is dus zeker mogelijk om een hogere Cito-score te halen door voor de toets te oefenen. 

De Cito-toets wordt afgenomen in multiple choice vorm. Veel voorkomende fouten zijn slordig lezen, te snel antwoorden, te lang twijfelen en op de valreep antwoorden veranderen. Kinderen kunnen ervaring opdoen met het kiezen uit meerdere antwoorden waarbij er meestal twee goed lijken te zijn.

Oefenen, maar hoe?

Via internet zijn talloze manieren om Cito-toetsvragen te maken. Of u kunt Cito-oefenboekjes aanschaffen. Enkele tips:
leestrainer.nl, redactiesommen.nl, sommenfabriek.nl, oefenplein.nl, kids4cito.nl

Belangrijk: ga er samen met uw kind voor zitten en ontdek waar het probleem zit.

Mist uw kind instructie? Overleg met de leerkracht of er extra hulp op school mogelijk is. Probeer erachter te komen welk gedeelte van de stof het kind niet snapt.

Is uw kind slordig, gehaast of snel afgeleid? Zorg dan voor een rustige plek in huis en oefen op een afgebakend tijdstip (een kwartiertje oefenen voor het eten). Laat hem/haar gemaakte vragen altijd nakijken in plaats van als een razende er doorheen te lopen. Veel slordige foutjes voorkom je hiermee.

Wissel af, maak het ‘leuk’. Heeft uw kind bijvoorbeeld een hekel aan deelsommen maar kan hij/zij keersommen wel goed? Laat hem/haar dan moeilijke met gemakkelijke sommen afwisselen en geef complimenten als het goed gaat.

Beloon! Laat uw kind bijvoorbeeld 10 sommen maken en als er 8 goed zijn mag jij/zij stoppen met oefenen. Stickers doen het ook goed.

Wilt u het structureel aanpakken, dan biedt Het Bijleslokaal graag ondersteuning.