Leraren in het basisonderwijs leggen op 5 oktober opnieuw het werk neer. Ze eisen extra geld van de politieke partijen die in Den Haag praten over een nieuw kabinet. Volgens de actievoerders zijn de bedragen die nu de ronde doen “een doekje voor het bloeden”.
De leraren legden in juni al een uur het werk neer; ditmaal gaan ze een hele dag staken. Ze willen extra geld om het verschil in beloning tussen leraren in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs kleiner te maken. Ook willen ze dat er meer leraren aangenomen worden, zodat de werkdruk omlaag gaat.
Volgens Thijs Roovers van de actiegroep PO in Actie is de actiebereidheid sinds juni alleen maar groter geworden “Er zijn leden die zeggen: laten we de scholen een week dichtgooien. We hebben er geen vertrouwen in dat er in een nieuw regeerakkoord voldoende geld wordt uitgetrokken.”
1,4 miljard
De actiegroep stelt dat er 900 miljoen euro nodig is voor de salarissen en 500 miljoen om de werkdruk te verlagen. De afgelopen maanden eiste vicepremier en PvdA-leider Asscher geld voor de lerarensalarissen in het basisonderwijs, tot irritatie van coalitiepartner VVD.
Asscher ging uiteindelijk akkoord met de belofte dat het volgende kabinet een ‘substantieel’ bedrag uit zal trekken voor de leraren in het basisonderwijs. Een bedrag werd daarbij niet genoemd, maar Asscher wilde eerder 275 miljoen euro.
Ook de vakbonden en de werkgevers in het basisonderwijs ondersteunen de actie. Woordvoerder Roovers verwacht dat een overgrote meerderheid van de basisscholen op 5 oktober de deuren zal sluiten.
Bron: nos.nl