Gold zo’n smartphoneverbod ook maar voor mij

Ik herinner me de eerste rondleidingen op basisscholen. Ouders vroegen er bezorgd hoeveel uur hun kind per dag op schermen zou doorbrengen en werden gerust gesteld wanneer de chromebooks het grootste gedeelte van de dag in de kast bleven. Na de rondleiding vertrokken wij naar ons werk, waar we vervolgens uiteraard de hele dag achter een scherm zouden doorbrengen.

Eén ding wilden we niet. Dat onze kinderen net zulke levens gingen leiden als wij. We willen dat onze kinderen fruit en groente eten, buiten spelen (met kinderen uit allerlei verschillende achtergronden), een stressvrij leven, heerlijk lezen, tekenen, knutselen en vooral, vooral zonder dat diepe afhankelijksprobleem met dat rotscherm.

Het lukt hooguit tien jaar. Daarna blijken onze pogingen een betere wereld voor hen te creëren zinloos en worden ze net als wij. Gemiddeld meer dan drie uur per dag starend naar onze telefoon, switchend en snackend tussen WhatsApp, email en socials boordevol korte lekkere impulsjes.

Gek genoeg lijkt men op scholen zelf ook ervan overtuigd dat er tegen de grote boze buitenwereld niet op te doceren valt. Dat je kinderen op school weer kan leren om boeken te lezen en ervan te houden. Vraag de experts waar dat slechte lezen van onze jeugd vandaan komt en ze wijzen allereerst naar zichzelf. Het onderwijs moet anders: minder oppervlakkig begrijpend lezen, maar een tekst echt leren doorgronden. Meer erover schrijven, erover praten, minder dom toetsen en trucjes leren. Andere boeken, betere boeken, meer eigen keuze, desnoods via influencers op BoekTok, waar kinderen elkaar boeken aanraden.

Eensgezind klinkt het: het onderwijs moet het probleem oplossen. En onderwijsminister Dennis Wiersma smijt er nog eens 108 miljoen euro tegenaan om die dalende leesvaardigheid om te keren. Ik denk heus dat er wel wat valt recht te trekken op school. Net zoals je kinderen in armoede een boterham kan geven, en in de strijd tegen overgewicht alleen water kan toestaan op school.

Maar het gaat een enorme inspanning vergen. We moeten accepteren dat we net als bij armoede en overgewicht op school slechts de gevolgen, de reflectie zien van het probleem, maar niet de oorzaak. Die oorzaak ligt niet in Nederland en niet bij onze kinderen. Die zit in ons allemaal.

Onze kinderen lezen niet, omdat wij niet lezen. En wij lezen niet omdat we het niet meer leuk vinden. En we vinden het niet leuk omdat we het niet meer kunnen. We ontberen domweg het vermogen om onze aandacht bij een tekst te houden. In 2004 concentreerden we ons tijdens werk op de computer gemiddeld 150 seconden. Dat was in 2016 gedaald naar 45 seconden. Een tekst lezen gaat langzaam, en ons hyperdiffuse, razendsnelle 21ste-eeuwse brein zoekt tijdens het lezen van de tekst naar nieuwe dingen om op te concentreren. Zo zijn we de afgelopen jaren nu eenmaal geprogrammeerd, door onze computer, door onze telefoon.

De optimist in mij constateert dat onze breinen nu gewoon goed zijn geworden in andere dingen. Maar eerlijk gezegd haat ik dat ding in mijn hand uit de grond van mijn hart. Ik kijk naar mijn kinderen, die zich nog in die paar jaar van een mensenleven bevinden waarin ze relatief telefoonvrij leven. Die korte levensfase zonder sociale media, met alleen wat Netflix die de speeltijd verstoort. De juf schreef in hun rapporten dat ze zich goed kunnen concentreren op één taak. Wat jammer, dacht ik, dat dat over een paar jaar voorbij is. Dan worden ze net als wij, goudvissen.

Ik betrap mezelf erop dat ik jaloers word op scholieren die mogelijk straks te maken krijgen met een smartphoneverbod op scholen. Ik wou dat ik zelf een telefoonvrije dag kreeg opgelegd door een of andere autoriteit. Door een Europese overheid die besluit dat al de Samsungs, Googles, Apples en Facebooks je te veel volgen. Ik hunker naar een werkgever die sociale media-apps verbiedt omdat China anders data zou stelen of zoiets. Desnoods God die ingrijpt. Het vrome leven van de orthodoxe jood begint er steeds aanlokkelijker uit te zien, alleen maar om die ene schermloze sabbat.

Het onderwijs is het probleem niet. De kinderen zijn het probleem niet. Ons neurologisch functioneren is het probleem. En er is meer dan alleen onderwijs nodig om dat op te lossen.

Rosanne Hertzberger is microbioloog.

Bron: NRC – 8 april 2023