In Nederland buigen de groepen 8 van de basisscholen zich deze week weer over de Cito-toets, de eindtoets, dus belangrijk. Want met een hogere uitslag dan de toets in januari mag je zelf (of je ouders) bepalen of je naar een hoger niveau uitstroomt, zelfs als de leerkracht je dat niveau niet adviseert.
Veel kinderen worden een paar maanden vooraf nog even snel naar bijles gedaan om hun niveau op te vijzelen. De herhaling en opfrissing van spellingsregels en sommen werkt goed. Ook veel teksten oefenen heeft zin, al is het alleen maar om een betere woordenschat te krijgen of de manier van vragen beter te snappen.
Andere kinderen zijn al sinds groep 6 of 7 op bijles, om hen structureel te helpen met struikelblokken. Het geeft de ouders rust. Ze weten dat het kind in goede handen is en dat er alles aan gedaan wordt om hem of haar de stof te laten begrijpen. Intussen groeit ook het zelfvertrouwen van het bijlesklantje, dus dat is mooi meegenomen.
Wat mij opvalt is dat alle kinderen met plezier komen. Natuurlijk sturen de ouders hen naar bijles, het zal meestal geen vrijwillige keuze zijn. Maar de persoonlijke aandacht van een lieve en gezellige juf, die hen ook nog iets bijbrengt, doet wonderen. Kinderen zijn altijd vrolijk en blij als ze de deur weer achter hen dicht trekken en op hun fietsje, in de bakfiets van de aupair of in de auto bij opa springen. Op weg naar hun volgende clubje…
Wat de media ook beweren, dat rijke ouders hun kind naar bijles sturen met als doel een hoger uitstroomniveau, dat bijles kansongelijkheid veroorzaakt en het schoolsysteem ontwricht. Feit is dat iedereen er blijer van wordt: het kind, de ouders en de bijlesjuf. En de scholen zullen ook niet ontkennen dat een goede leerling in de klas fijn is.
Afbeelding Fokke & Sukke uit de NRC van 19 april 2023